Advertentie

Laten we WikiLeaks heel dankbaar zijn…


Meer dan 90.000 pagina’s geheime VS-documenten heeft de klokkenluiders-website ‘WikiLeaks’ openbaar gemaakt over de oorlog in Afghanistan. Al deze pagina’s zijn door iedereen over de hele wereld te raadplegen en vooral de media storten zich massaal op dit ruwe materiaal, om ieder mogelijke hun eigen ‘goudklomp’ eruit te vissen..

WikiLeaks werd in Januari 2007 gelanceerd en publiceert anoniem bronnenmateriaal, zoals documenten van overheden en multi-nationals. De website kreeg een paar maanden geleden, internationale bekendheid, toen het videomateriaal vrijgaf, dat was gemaakt vanuit een Amerikaanse gevechtshelicopter.
Het betrof de aanval van deze helicopter op een Irakees burgerdoel in 2007, waarbij naast een aantal onschuldige burgers, ook een fotograaf van Reuters om het leven kwam. (zie HIER)

WikiLeaks publiceerde meer, zoals een richtlijnenboek voor cipiers op Guantanamo en de campagne-emails die Sarah Palin tijdens de presidentsverkiezingen illegaal had verstuurd

Hoofdredacteur Julian Assange zegt onomwonden dat ‘WikiLeaks in drie jaar tijd meer vertrouwelijke documenten in handen heeft gekregen dan de traditionele media in dertig jaar’. De belangrijkste server van WikiLeaks staat in Zweden, maar er zouden ondersteunende installaties zijn in onder meer IJsland en België. Als er iets misloopt in één land, kan de organisatie dat opvangen in andere landen.

De nieuwe openbaar gemaakte documenten bevestigen opnieuw de status van WikiLeaks, als onafhankelijke informatiebron. In het onderstaande artikel, belicht Roy Greenslade het hele verhaal en beziet het vooral van de journalistieke kant.

Roy Greenslade is hoogleraar journalistiek aan de City University in Londen. Hij schrijft ook dagelijks een mediablog voor de veelgelezen krant The Guardian én een wekelijkse column voor de ‘London Evening Standard’. Hij is de laatste 18 jaar al media-commentator en daarvoor was hij redacteur van de Britse krant ‘Daily Mirror’, daarna eindredacteur van de gezaghebbende ‘Sunday Times’ en assistent hoofdredacteur van ‘The Sun’.

X

Laten we WikiLeaks heel dankbaar zijn…

Door Roy Greenslade, voor CNN  30 Juli 2010

vertaling © Guido Jonkers voor WantToKnow.nl


Het openbaar maken van maar liefst 92,000 documenten op de website ‘WikiLeaks’, over de oorlog in Afghanistan vertegenwoordigt een overwinning voor dat wat ik zou willen noemen: ‘datajournalistiek’.

Er was een menselijke bron, natuurlijk, omdat iemand, ergens kennelijk de informatie heeft doorgegeven aan de website ‘Wikileaks’. Maar wie deze klokkenluider ook was, hij of zij is zonder meer een stuk minder ‘belangrijk’ dan de inhoud van de geopenbaarde documenten.

Roy Greenslade, schrijver van dit artikel.

Het ruwe materiaal vormt naar mijn mening een rijke ader van informatie voor journalisten op deze 3 partners van WikiLeaks, de grote nieuwsknooppunten: de kranten ‘New York Times’ en ‘The Guardian’ én het Duitse tijdschrift ‘Der Spiegel’.
Maar natuurlijk niet alléén voor hen.
Het ‘Afghaanse Oorlogsdagboek’ is op het internet te raadplegen en iedereen over de hele wereld is in staat zijn of haar eigen ‘goudklompje’ te vinden, in deze schat van informatie. Kijk zelf maar eens HIER.

Dat journalisten zich een weg banen door data, is natuurlijk geen nieuw fenomeen. Er is een lange en eerbare traditie van reporters met een neus voor een verhaal, dat tevoorschijn komt uit het scannen van duizenden pagina’s en/of documenten. Een verhaal dat hieruit volgt kan dan een paar kille en pijnlijke feiten onthullen en een ‘scoop’ betekenen voor de betreffende krant, tijdschrift of radio/tv-station.

Maar we dienen ook toe te geven, dat binnen de journalistiek, deze ‘tak van sport’ altijd een beetje minderwaardig wordt geclassificeerd, deels omdat het gewoon een hele boel werk is om je als journalist door bergen documenten te vreten, een niet echt glamourachtig gebeuren.
In deze moderne tijden, waarin er een enorme druk ligt op de ‘newsrooms’ van media, om efficiënter te werk te gaan, zijn hoofdredacteuren van deze media natuurlijk terughoudend om hun staf uren en uren te laten spenderen aan het documenten-delven.. Zonder dat daar bij voorbaat een bepaald resultaat uit gegarandeerd is.

We zijn natuurlijk de successen uit het verleden, op het gebied van ‘data-journalistiek’ al lang vergeten. Maar als ik je mag herinneren aan bijvoorbeeld het schitterende voorbeeld van het onderzoek dat de ‘Sunday Times’ in 1961 heeft uitgevoerd naar het gebruik van thalidomide door een Duitse farmaceut in een pijnstiller, waardoor baby’s ernstige geboorteafwijkingen kregen. Het middel werd snel na het verschijnen van het artikel uit de markt genomen.

Tijdens het onderzoek, betaalde The Sunday Times voor vele duizenden interne documenten over de omstreden pijnstiller, die allemaal vertaald dienden te worden in het Engels. Volgens een van de toenmalige reporters, Phillip Knightly, kostte het daarna ‘meer dan een jaar van tijds-intensief en toewijding’ om wijs te worden uit de documenten.
En ondanks de succesvolle journalistieke resultaten van dit werk, die geleid hebben tot het betalen van veel smartegeld aan de slachtoffers van dit thalidomide-gebruik door de betreffende farmaceut, zijn de geluiden verhard in de Britse krantenkantoren, omtrent het besteden van redactiegeld aan dit soort ‘data-journalistiek’. Vooral toen uitgevers begonnen met het ‘knijpen’ in de redactionele budgetten..!

De reporters Woodward en Bernstein, hier met Dustin Hofman en Robert Redford, bij de promotie van de film over het Watergateschandaal: 'All the president's men'.

En het is zeker significant te noemen, dat in de jaren 1970 dé grootste scoope van alle tijden plaatsvond, namelijk het ‘Watergate-onderzoek’, door Bob Woodward en Carl Bernstein van de ‘Washington Post’. Hun rapportages hingen eigenlijk volledig af van één geheime bron, ‘Deep Throat’ genaamd, en sinds die tijd zijn steeds meer journalisten afhankelijk geworden van hun eigen ‘Deep throats’..  Want daar lonkte de glamour..

‘Vertrouwelijk bronnen’ zijn te beschouwen, sinds die tijd, als het levensbloed van de moderne journalistiek, zoals ik mijn studenten journalistiek altijd voorhoudt. Maar nu moet ik toegeven, dat ik één belangrijke andere bron (en vaak een cruciale!) over het hoofd heb gezien, namelijk de manier om ruwe data te ontdekken, te lezen en te analyseren, zoals dat nu bij de Wikileak-pagina’s aan het gebeuren is.

Als journalistiek, zoals soms wordt geclaimed, de eerste ruwe schets is van geschiedschrijving, zouden we ons als journalisten meer als historici moeten gedragen, die hun primaire bronnen bestuderen, om een beter begrip van historische gebeurtenissen te krijgen.

Het werkelijke significante deel van het WikiLeaks-materiaal, is dat het up-to-date data zijn, die journalisten in staat stellen, én het publiek, om een scherper beeld te krijgen van wat er in Afghanistan gaande is. In dat perspectief bieden de gelekte documenten, die we allemaal nu kunnen inzien, ons een inkijkje van onschatbare waarde.

Natuurlijk is het posten van het materiaal zelf, nog geen journalistiek. Het is slechts het begin van een journalistiek proces, dat nog analyse benodigd, kadering en in dit specifieke geval, een vorm van censorschap om individuen te beschermen die in de documenten worden herkend.

Ik weet dat niet alleen professionele journalisten niet de enige mensen zijn, die dit kunnen doen, maar het merendeel van hen, heeft er de speciale vaardigheden voor geleerd, die hen in staat stelt om deze taak goed te volbrengen. Dat is me duidelijk geworden uit de openbaarmaking van de documenten in The Guardian en The New York Times.

Het zou kunnen zijn dat er geen sprake zal zijn van een ‘rokend pistool’. Waarschijnlijk zal er geen kop rollen van een president, zoals dat bij Watergate het geval was. Maar wat duidelijk uit de documenten naar voren komt, is de bevestiging van al lang geuitte vermoedens door de media in de VS en Groot Brittanië, dat de situatie in Afghanistan zich voortsleept en dat zij verslechterd is, sinds 2004. Dat is in tegenspraak met de officiële berichtgeving, die spreekt van een positieve ontwikkeling.

WikiLeaks' hoofdredacteur Julian Assange met het resultaat van zijn inspanningen: krantenkoppen met nieuws dat verborgen diende te blijven..

Het materiaal ontleent zijn authoriteit ook aan het feit dat het afkomstig is van de troepen aldaar, die rapporteren over de situaties in het veld, zoals zij die waarnemen. Er zit geen enkele propaganda-achtige berichtgeving tussen. De rapportage zal weliswaar niet objectief zijn, dat is feitelijk bijna niets, maar de berichtgeving is niet bedoeld om de politieke besluitvormingsprocessen te beïnvloeden.

Je zou ook nog kunnen zeggen, dat WikiLeaks, door het plaatsen van deze uitermate gevoelige informatie, zélf ook niet volledig objectief is. Maar ik ben erg gevoelig voor de argumenten van de hoofdredacteur van WikiLeaks, Julian Assange, dat nieuwsorganisatie meer ruwe data beschikbaar zouden moeten maken voor het publiek.

Hij gelooft erin , dat een dergelijke stap de journalistiek transparanter zal maken. In een recent interview, maakt Assange de opmerking, dat ‘journalistiek zich meer als de wetenschap zou moeten opstellen’. Hij voegde daaraan toe: ‘Feiten zouden te verifiëren moeten zijn, zo ver als mogelijk is. Wanneer de journalistiek een lange-termijn geloofwaardigheid wil bereiken, moeten zij zich in dié richting bewegen. Heb meer respect voor je lezers’.

Bronnenjournalistiek, is door zijn karakter, vaak afgeschermd voor het publieke oog. Data-journalistiek daarentegen, is meer open, speciaal als het materiaal natuurlijk op het internet openbaar toegankelijk is. Hierdoor is de authenticiteit van concurrerende analyses van het materiaal door het publiek te verifiëren.

Wij zouden als journalisten enthousiast moeten zijn, dat een site als WikiLeaks bestaat, omdat het onze centrale taak is, om dat materiaal te onthullen, te openbaren, dat in het belang is van de burgers en dat ‘anderen’ liever geheim willen houden. Deze website verdient onze lof en het is nodig dat we haar verdedigen tegen reactionaire krachten, die erop uit zijn om openbaring van feiten te voorkomen.

Laat een antwoord achter aan pietje Reactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.