Advertentie

Legaal maar FATAAL..!


De strategieën van de zes grote industrieën die alcohol, auto’s, wapens, voeding, medicijnen en tabak produceren, blijken verrassende overeenkomsten te vertonen. Ze zijn allemaal aan het werk op de grens van ‘legaal’ maar bijna allemaal fataal voor de mens. Vrijwel altijd is hun beleid gericht op het omzeilen, ontkrachten of tegenhouden van overheidsmaatregelen die de verkoop van hun eigen producten kunnen belemmeren – en dat heeft zeer schadelijke gevolgen voor de volksgezondheid.

En de overheid? Die is vooral gevoelig voor de wensen van de industrieën en blijkt niet in staat om haar burgers effectief te beschermen tegen het op de markt brengen van ronduit gevaarlijke producten. Sterker nog: veel industriële kolossen, zijn in staat om hun invloed tot vér in de parlementaire ruimtes te doen gelden. Via het sponsoren van gekozen, democratische afgevaardigden, maar ook door het regelrecht beïnvloeden van wetgevers, door geraffineerd lobby-werk, waarbij  zonder enig omhaal, sprake is van regelrechte omkoping en belangenverstrengeling.

De schrijver van dit boek, Nicholas Freudenberg, is hoogleraar ‘Public Health’ in New York en de eerste auteur, die de macht van de multinationals, het tekortschieten van de overheid én de groeiende druk op de gezondheidszorg met elkaar verbindt . Dat doet hij in dit nieuwe, in het Nederlands vertaalde en veelomvattende boek. Dat levert een schokkend beeld op, want Freudenberg beschrijft in detail hoe zes industrieën vrijwel dezelfde tactiek gebruiken om de verkoop van ongezonde producten te verdedigen. Deze tactiek, voornamelijk ontwikkeld door de tabaksindustrie, gaat volledig voorbij aan de volksgezondheid en vormt een groter gevaar voor ons bestaan dan welke besmettelijke ziekte ook.

Freudenberg is mede-oprichter en directeur van Corporations and Health Watch, een internationaal netwerk van onderzoekers en activisten dat zich richt op de bedrijfspraktijken van de multinationals die alcohol, auto’s, wapens, voeding, medicijnen en tabak produceren. Legaal maar fataal is de eerste overkoepelende studie naar de wereldwijde macht van deze industrieën. Het boek bevat vele goed gedocumenteerde casestudy’s over bedrijven die de volksgezondheid doelbewust ondermijnen. Daarmee levert het een belangrijke bijdrage aan het brede maatschappelijke debat over voedselsystemen en hervormingen in de gezondheidszorg.

Freudenberg: ‘Als ik lezingen geef over de invloed van het bedrijfsleven op de gezondheid, dan vragen mensen mij soms of ik een tegenstander van het bedrijfsleven ben. Dit is net zoiets als vragen of je tegen het gezin, religie of de overheid bent. Natuurlijk hebben ondernemingen een belangrijke bijdrage geleverd aan een betere wereld, en natuurlijk zullen ze voorlopig op de een of andere manier blijven bestaan.

Maar de vraag is nu of ons politiek en economisch bestel de voordelen van het bedrijfsleven maximaliseert en de schade minimaliseert. Volgens mij hou den veel van de belangrijkste problemen in de samenleving –inkomensongelijkheid, een kwetsbare democratie, achteruitgang van het milieu en versnelde klimaat verandering – verband met de huidige dominantie van het bedrijfsleven. In Legaal maar fataal onderzoek ik hoe ondernemingen bijdragen aan de belangrijkste gezondheidsproblemen van de samenleving en wat wij kunnen doen om vroegtijdige sterfte en onnodige ziekten terug te dringen.’

Wij kregen toestemming van Uitgever Lemniscaat, het voorwoord van dit boek te publiceren. Je treft dit hieronder in dit artikel aan.

x

* * *

x

Bovenaan de lijst met meeste calorieën in de VS staat HFCS in koolzuurhoudende frisdranken.soda pop. Volgens studies zijn deze hoog-calorische soft-drinks er de oorzaak van dat het menselijk lichaam enorme hoeveelheden vet aanmaakt. In een studie werden HFCS-drankjes verbannen en de proefpersonen verloren gewicht. 35 jaar geleden werden deze frisdranken nog gemaakt van suiker, maar vervanging door het maissuiker (High Fructose Corn Sirup) begon 35 Jaar geleden het giga-overgewichtprobleem in de VS te ontsporen.

x

x

Voorwoord uit

‘Legaal maar Fataal’

2017 © Nicholas Freudenberg / Lemniscaat | © deze versie WantToKnow.nl/be

x

Het aantal mensen dat onnodig vroeg overlijdt, is in verhouding tot het gezondheidsniveau dat de huidige welvaart en stand van de wetenschap zouden kunnen bieden, nog nooit zo hoog geweest als nu. Vroeger was de zuigelingensterfte hoog, vrouwen stierven in het kraambed, arbeiders stierven ten gevolge van ongevallen en beroepsziekten, en mensen van alle leeftijden stierven aan infectieziekten, mede door een gebrekkige voeding, verontreinigd water en slechte sanitaire voorzieningen. Dit kwam grotendeels door een gebrek aan kennis en middelen om deze problemen op te lossen. Naarmate samenlevingen zich ontwikkelden en de wetenschappelijke, technologische en medische kennis toenam, steeg de levensstandaard van een steeds groter deel van de wereldbevolking,waardoor de gezondheid van de mensen verbeterde en ook hun levensverwachting steeg.

Nicholas Freudenberg

Vandaag de dag hebben we wereldwijd nog steeds te kampen met de grote gezondheidsproblemen van de twintigste eeuw. Malaria, hiv, tuberculose en andere infectieziekten vormen nog steeds een bedreiging voor de volksgezondheid en economische ontwikkeling in veel arme landen. Ruim een miljard mensen
woont in sloppenwijken waar de gemiddelde levensverwachting misschien maar 35 is, de helft van de levensverwachting in meer welgestelde locaties, waar mensen beschikken over goede voeding, schoon water en sanitaire voorzieningen.Ook hebben zich nieuwe gevaren aangediend.

Sterfte door chronische aandoeningen zoals hartaandoeningen, kanker, diabetes en beroerten is enorm toegenomen en is wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan 60 procent van alle sterfgevallen. Ongevallen vormen de belangrijkste doodsoorzaak onder jongeren.Overal ter wereld, van de rijkste landen zoals de Verenigde Staten tot de armste landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika, stijgt het percentage sterfgevallen ten gevolge van deze doodsoorzaken.

Deze vroegtijdige sterfgevallen en onnodige aandoeningen en letsels betekenen extra leed voor individuen, families en gemeenschappen. Ook vormen zij een belasting voor economieën en belastingbetalers en brengen zij de vooruitgang die de afgelopen twee eeuwen in de volksgezondheid is geboekt, in gevaar.

Armen zijn vaker de klos..
Wat zeer verontrustend is, is dat deze nieuwe epidemieën niet zoals in het verleden het gevolg zijn van armoede of erbarmelijke leefomstandigheden, al moet wel gezegd worden dat de armen vaker getroffen worden door chronische aandoeningen en letsels dan de rijken. Ook worden deze epidemieën niet veroorzaakt door een gebrek aan kennis. De oorzaken van deze aandoeningen en letsels zijn ons over het algemeen voldoende bekend om ze te kunnen voorkomen. Waar het aan ontbreekt, is de politieke wil om de noodzakelijke preventieve maatregelen door te voeren.

Daar komt nog bij dat de stijgende ziektelast soms zelfs het resultaat is van nieuwe wetenschappelijke en technologische inzichten die echter zijn aangewend voor hogere winsten en niet om ziekten te voorkomen. Deze nieuwe epidemieën van chronische aandoeningen en letsels zijn juist het gevolg van wat vroeger te boek stond als de beste remedie voor een slechte gezondheid als gevolg van armoede: economische groei, een hogere levensstandaard en een comfortabelere levensstijl.

Veel factoren hebben natuurlijk een rol gespeeld in deze transformatie van de mondiale volksgezondheid. In Legaal maar fataal richt ik mij echter op wat
ik beschouw als de belangrijkste en ook eenvoudigst te corrigeren oorzaak: het succes van een politiek en economisch systeem dat consumptie laat prevaleren
boven de volksgezondheid. In dit boek laat ik zien hoe dit systeem ervoor heeft gezorgd dat industrieën zoals producenten van alcohol, auto’s, wapens, voedingsmiddelen, medicijnen en tabaksproducten – pijlers van de mondiale consumptie-economie – producten en strategieën hebben kunnen ontwikkelen die
uiteindelijk de belangrijkste oorzaak blijken te zijn van vroegtijdige sterfte en onnodige aandoeningen en letsels.

Dit systeem is ontstaan in de Verenigde Staten
En het heeft zich nu uitgebreid naar de rest van de wereld.In een wereldeconomie die uitsluitend gericht is op winst, zijn hogere winsten voor een paar honderd ondernemingen en een hoger inkomen voor hun beleggers belangrijker geworden dan het realiseren van een volksgezondheidsniveaudat past bij de toegenomen welvaart en de stand van de wetenschappelijke, technologische en medische ontwikkelingen. Deze spanning tussen het vergaren van rijkdom door de particuliere sector en de volksgezondheid is niet nieuw.

Maar in de eenentwintigste eeuw heeft het onze economie en politiek op een dusdanige manier beïnvloed dat de democratie, de volksgezondheid en het milieu groot gevaar lopen. Paradoxaal genoeg biedt deze concentratie van macht bij een klein aantal multinationals ook weer nieuwe mogelijkheden voor een gezondere en rechtvaardigere toekomst. In dit boek, ‘Legaal maar fataal’ stel ik dat als de Verenigde Staten en de rest van de wereld een betere volksgezondheid en een rechtvaardiger verdeling van die volksgezondheid willen bereiken, wij het systeem dat consumptie laat prevaleren boven de volksgezondheid zullen moeten veranderen.

Om dit te bereiken,zullen wij de strijd moeten aanbinden met de machtigste ondernemingen ter wereld en hun partners. De omvang van deze taak moet niet onderschat worden. Chronische ziekten en letsels zijn niet het gevolg van de natuur, de evolutie of het lot. Integendeel, ze zijn het gevolg van menselijke beslissingen die zijn genomen in bestuurskamers, reclamebureaus, lobbykantoren en instellingen van de rechterlijke en wetgevende macht.

In de afgelopen decennia hebben de bestuurders van een paar honderd ondernemingen de wereld naar hun hand gezet en zo de epidemieën van de eenentwintigste eeuw gecreëerd. Maar er is geen reden waarom wij niet samen met sociale bewegingen, betrouwbare overheden, zorgverleners en wetenschappers onze gezondheid weer kunnen opeisen, zoals wel vaker in het verleden is gebeurd wanneer ondernemingen de volksgezondheid in gevaar brachten.

Er zijn drie redenen waarom ik dit boek heb geschreven.
Ten eerste werk ik al dertig jaar als volksgezondheidsdeskundige samen met buurtorganisaties, belangengroepen, kerken, overheidsinstanties en andere wetenschappers om programma’s en beleidsmaatregelen te ontwikkelen, implementeren en evalueren ter verbetering van de gezondheid van bevolkingsgroepen met een laag inkomen. Bij dit werk ontstonden vaak conflicten met speciale belangen. Zo verzetten verfondernemingen en verhuurders zich tegen pogingen om loodvergiftiging bij kinderen uit te bannen, omdat deze hun winsten in gevaar brachten.

Farmaceutische bedrijven rekenden zulke hoge bedragen voor hun medicijnen tegen hiv en diabetes dat degenen die de medicijnen nodig hadden, zich die niet konden veroorloven. Fastfood- en frisdrankbedrijven richtten hun reclamecampagnes voor hun vet-, suiker- en calorierijke producten op kinderen, waardoor deze kinderen veel te zwaar werden en een hoog risico liepen om diabetes of andere ziekten te ontwikkelen die veroorzaakt worden door een verkeerd voedingspatroon.

(klik voor link naar wanttoknow-bookshop)

Wanneer de groepen waarmee ik samenwerkte beleidsmaatregelen of programma’s voorstelden om deze schadelijke praktijken tegen te gaan, gebruikten de ondernemingen hun politieke macht om deze voorstellen te blokkeren. Bij deze werkzaamheden was de rol die het bedrijfsleven speelde in de toename van ziekten niet ons voornaamste richtpunt, maar wij werden herhaaldelijk gedwarsboomd als wij preventiemaatregelen wilden doorvoeren. Ik wilde weten hoe het mogelijk was dat één klein onderdeel van de samenleving zoveel macht had vergaard dat het een betere volksgezondheid kon blokkeren..! Ook wilde ik voor mijn gefrustreerde studenten en collega’s strategieën ontwikkelen om weerstand te kunnen bieden aan dit verzet.

De tweede reden voor dit boek werd ingegeven door mijn werk als gezondheids-wetenschapper en docent. In mijn onderzoek heb ik mij altijd gericht op de invloed van maatschappelijke krachten op de volksgezondheid en de ongelijke verdeling van die volksgezondheid. Als docent probeer ik toekomstige gezondheidsdeskundigen en gezondheidswetenschappers voor te bereiden op het bestrijden van krachten die de volksgezondheid schaden.

Net zoals vele andere wetenschappers heb ik het belang leren inzien van de zogenaamde sociale determinanten van gezondheid: de dagelijkse omstandigheden waarin gewone mensen leven, de politieke processen die onze samenleving bepalen en de ongelijke verdeling van rijkdom en macht in de wereld. Maar ik ben ook teleurgesteld door het gebrek aan impact van dit nieuwe onderzoek naar de sociale determinanten van gezondheid.

Nog te vaak beschrijven wetenschappers alleen de oorzaken van een slechte gezondheid zonder ook oplossingen aan te dragen. En de oplossing die ze aandragen – het opheffen van sociale stratificatiesystemen – lijkt onrealistisch, ook al is het een loffelijk streven. Ik ben van mening dat een analyse van de wijze waarop de commerciële en politieke beslissingen van ondernemingen de gezondheid verbeteren of schaden, nieuwe kennis kan opleveren over een belangrijke sociale determinant van gezondheid. Met deze kennis kunnen dan beleidsmaatregelen ontwikkeld worden die de gezondheid verbeteren en leiden tot een betere balans tussen de winsten van de particuliere sector en de volksgezondheid.

De derde reden is mijn ervaring als activist. Mijn politieke bewustwording is begonnen bij de anti-oorlogsbeweging en de studentenbeweging van de jaren zestig. In de loop der jaren ben ik lid geweest van of heb ik geschreven over deze en een aantal andere bewegingen: de milieurecht-vaardigheidsbeweging, arbeidersbeweging en vrouwenbeweging van de jaren zeventig en tachtig, de HIV-beweging en de beweging voor hervormingen in de gezondheidszorg van
de jaren tachtig en negentig, en onlangs de voedselrechtvaardigheidsbeweging (Food Justice Movement).

Wat me hierbij altijd heeft gefascineerd is hoe gemeenschappen zich verenigen om de door hen vastgestelde gevaren te bestrijden, en hoe bewegingen van elkaar leren of juist niet. Wat opvalt aan de gezondheidscampagnes tegen de producenten van tabaksproducten, voedingsmiddelen en alcohol of tegen de pogingen van de farmaceutische industrie om bepaalde ziekten in de publiciteit te brengen die alleen zij kan genezen, is dat zij meestal op zichzelf staan. Er is geen sprake van samenwerking om zo meer invloed te kunnen uitoefenen.

In dit boek hoop ik de overeenkomsten te vinden tussen de verschillende terreinen waar de strijd wordt aangebonden met de schadelijke praktijken van het bedrijfsleven. De nasleep van de financiële crisis van 2008 betekende een nieuwe stimulans voor mijn politiek activisme. Het bleek dat banken en andere financiële instellingen zich hadden schuldig gemaakt aan riskante activiteiten die bijna tot de ondergang van onze economie hadden geleid. Maar toen de gemeenschap eiste dat er een beter toezicht kwam op de financiële sector en dat degenen die ervoor gezorgd hadden dat zoveel mensen hun huis of baan hadden verloren, vervolgd zouden worden, gaf het bedrijfsleven de schuld aan de overheid en de naïeve consumenten waarop deze kapitaalverschaffers het gemunt hadden.

Als één sector van het bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid voor de grootste financiële crisis sinds de Grote Depressie op deze manier kon ontwijken, dan zou de consumentensector zeker dezelfde strategie gebruiken om geen verantwoordelijkheid te hoeven nemen voor de crisis in slow motion van chronische aandoeningen en letsels die veroorzaakt worden door hun producten en activiteiten. Met mijn boek wil ik dit voorkomen.

Jezelf als wetenschapper afzonderen in je vakgebied is ongezond..!!
Een aantal gezondheidswetenschappers heeft er moeite mee om zich, naast hun onderzoekswerk, ook politiek te engageren. Voor mij zijn het twee wegen naar hetzelfde doel: een rechtvaardigere en gezondere samenleving. Mijn vriend dr. Jeremiah Stamler, die grondlegger is van de moderne cardiovasculaire epidemiologie en veel ervaring heeft in de strijd tegen de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische industrie, zei ooit tegen mij: ‘Als een wetenschapper niet bereid is om zich op basis van zijn onderzoeksgegevens actief te begeven in de politieke arena, wie dan wel?’

In mijn streven om de rollen van wetenschapper en activist te combineren, laat ik mij graag inspireren door de grondleggers van de volksgezondheid – mensen zoals Rudolf Virchow, Louis Villerme, Edwin Chadwick en Alice Hamilton – die aantoonden dat het mogelijk was om werkzaam te zijn als wetenschapper én politiek actief te zijn om zo de omstandigheden die ervoor zorgden dat mensen ziek werden, te veranderen. Als ik lezingen geef over de invloed van het bedrijfsleven op de gezondheid, dan vragen mensen mij soms of ik een tegenstander van het bedrijfsleven ben.

Dit is eenzelfde soort vraag als vragen of je tegen het gezin, religie of de overheid bent. Deze instituten zijn ooit in het leven geroepen om bepaalde problemen op te lossen. Natuurlijk hebben ondernemingen een belangrijke bijdrage geleverd aan een betere wereld, en natuurlijk zullen ze voorlopig op de een of andere manier blijven bestaan.Maar de vraag is nu of ons politiek en economisch bestel de voordelen van het bedrijfsleven maximaliseert en de schade minimaliseert. Volgens mij houden veel van de belangrijkste problemen in de samenleving – inkomensongelijkheid, een kwetsbare democratie, achteruitgang van het milieu en versnelde klimaatverandering– verband met de huidige dominantie van het bedrijfsleven.

6 Industrieën in het hart van de mondiale consumptie-economie..
In ‘Legaal maar fataal’ wil ik onderzoeken hoe ondernemingen bijdragen aan de belangrijkste gezondheidsproblemen van de samenleving en wat wij kunnen doen om deze vroegtijdige sterfte en onnodige ziekten terug te dringen. Als het terugdringen van gezondheidsproblemen die veroorzaakt worden door het bedrijfsleven ook bijdraagt aan het terugdringen van andere schadelijke effecten die ook veroorzaakt worden door het bedrijfsleven: des te beter.

Een andere vraag die mij vaak gesteld wordt, is waarom ik ervoor heb gekozen om me slechts (!) op 6 industrieën te concentreren. Ik heb een aantal redenen om mij in dit boek, ‘Legaal maar fataal’ te beperken tot de producenten van alcohol, auto’s, wapens, voedings-middelen, medicijnen en tabaksproducten. Deze 6 vormen het hart van de mondiale consumptie-economie, het hoofdbestanddeel van de huidige en toekomstige wereldeconomie. Zij hebben een grote invloed op ons gezondheidsgedrag, onze levensstijl en fysieke omgeving.

Daarom worden hun producten en activiteiten in verband gebracht met een belangrijk deel van de mondiale ziektelast, zoals ik zal uitleggen in hoofdstuk 2. Verder hebben wetenschappers uitvoerig onderzoek gedaan naar hun invloed op de gezondheid en hebben gezondheidsdiensten en maatschappelijke bewegingen geprobeerd de gevaren van deze industrieën terug te dringen, wat geleid heeft tot een grote hoeveelheid documentatiemateriaal dat van pas zou kunnen komen bij eventuele actiemaatregelen.

Vrienden en collega’s dringen er vaak bij mij op aan om nog meer industrieën toe te voegen, zoals de industrieën voor energie, amusement, toerisme, computerspelletjes, gezondheidszorg en petro-chemische producten. Ik spoor andere wetenschappers aan om deze andere belangrijke invloeden op de gezondheid te onderzoeken, maar mijn toch al niet geringe portefeuille biedt mij naar mijn idee al meer dan genoeg materiaal voor dit boek.

Voor lezers die daarop prijs stellen, volgt hier een korte samenvatting van het boek.

In hoofdstuk 1 komen drie industrieën aan de orde die sinds de Tweede Wereldoorlog een grote invloed hebben gehad op de gezondheid van de Amerikanen. De onderdelen fastfood, frisdranken en snacks van de voedingsmiddelenindustrie produceren producten die het meest geassocieerd worden met de toename in obesitas en gezondheidsproblemen die veroorzaakt worden door een slecht voedingspatroon, zoals diabetes. Nu de praktijken van de tabaksindustrie in de Verenigde Staten succesvol aan banden zijn gelegd, heeft de tabaksindustrie haar dodelijke reclamecampagnes verplaatst naar landen zoals Rusland, Mexico en Indonesië.

De alcoholindustrie heeft een aantal nieuwe producten ontwikkeld om nieuwe doelgroepen voor zich te winnen: jongeren, vrouwen, zwarten en latino’s. Dat is de reden waarom je nu een aantal gezondheidsproblemen onder deze groepen ziet die vroeger vrijwel uitsluitend voorkwamen bij blanke mannen. Met deze drie verhalen wil ik de opkomst illustreren van wat ik het consumptief-industrieel complex (corporate consumption complex) noem: een netwerk van ondernemingen, financiële instellingen, banken, brancheorganisaties, reclamebureaus, lobbykantoren, advocatenkantoren en andere organisaties die ‘hyperconsumptie’ willen bevorderen, een consumptiepatroon dat direct gelieerd is aan vroegtijdige sterfte en onnodige ziekten of letsels.

Naar analogie van het militair-industrieel complex dat tijdens de Koude Oorlog een gevaar vormde voor de Amerikaanse waarden, vormt het consumptief-industrieel complex vandaag de dag een gevaar voor de volksgezondheid,de democratie en een duurzame economische ontwikkeling.

In hoofdstuk 2 vindt u een analyse van de mondiale volksgezondheid en wordt de toename van chronische aandoeningen (ofwel niet-overdraagbare ziekten) en letsels in de Verenigde Staten en in opkomende landen zoals Brazilië, India en China in kaart gebracht. Ook vindt u hier een analyse van de theorieën die zijn ontwikkeld om deze toename te verklaren, zoals vergrijzing, uitbanning van infectieziekten en veranderingen in levensstijl.

De hobby van de regering van VS-partner Saudi Arabië, lijkt steeds meer, om het oliegeld-miljarden vooral te besteden aan.wapens.. En de VS-partner is maar wat bereid om als leverancier te fungeren..

In dit hoofdstuk komen nog weer drie industrieën aan bod die een grote invloed hebben op het aantal letsels en chronische aandoeningen: de producenten van auto’s, wapens en medicijnen. Daarnaast geef ik een samenvatting van het groeiend bewijs dat de commerciële en politieke activiteiten van deze industrieën, en de drie in hoofdstuk 1 geschetste industrieën, de belangrijkste en eenvoudigst te corrigeren oorzaken zijn van de voornaamste doodsoorzaken van nu.

Verder vergelijk ik het wijzigen van de schadelijke bedrijfsactiviteiten als oplossing, met twee andere interventiestrategieën die vaak door beleidsmakers en wetenschappers worden geopperd: het inzetten van nieuwe biomedische kennis voor de preventie en behandeling van chronische aandoeningen, en het beïnvloeden van de ongezonde levensstijl van mensen die roken, te veel eten of drinken of hun gezondheid op een andere manier schaden. Hoe is dit politieke en economische bestel dat consumptie wil bevorderen, ontstaan? In welk opzicht verschilt het van de eerdere fasen van vrijemarkt-economieën?

In hoofdstuk 3 probeer ik op deze vragen een antwoord te geven door de veranderingen in de macht en activiteiten van het bedrijfsleven sinds 1970 te schetsen. Hoewel de consumptie-economie al veel eerder was begonnen, is het mijn stelling dat de binnenlandse en mondiale bedreigingen voor de macht van Amerikaanse ondernemingen in die periode de transformatie heeft versneld die heeft geleid tot de gezondheidsproblemen van vandaag. Verder geef ik hier ook een analyse van de manier waarop de mondiale economische crisis van 2008 een gevaar betekende voor het consumptief-industrieel complex, maar het ook heeft versterkt.

In hoofdstuk 4 volgt een analyse van de huidige stand van zaken van het consumptief-industrieel complex. Een paar hoofdrolspelers worden uitgelicht en verder bespreek ik de structuur van het netwerk en de specifieke manieren waarop het netwerk zijn macht gebruikt om zijn doelen te bereiken. De twee hoofdrolspelers die uitvoeriger worden besproken zijn de McDonald’s Corporation en de Pharmaceutical Research and Manufacturers Association. Hierbij laat ik het netwerk van verbindingen zien dat het consumptief-industrieel complex bij elkaar houdt.

Vandaag de dag vormt dat complex de belangrijkste stem ter wereld in het debat over overheidsbeleid en volksgezondheid, ook al zijn de leden het niet altijd met elkaar eens. Het consumptief-industrieel complex gebruikt zijn politieke macht als het nodig is, maar zijn invloed bestaat vooral uit de succesvolle verspreiding vaneen ideologie die de waarden en handelingen van het netwerk ondersteunt en rechtvaardigt, ook al is gebleken dat deze miljoenen onnodige sterfgevallen veroorzaken.

In hoofdstuk 5 worden de belangrijkste elementen van de ideologie besproken en de methoden die de ondernemingen en hun partners gebruiken om die ideologie te verspreiden. Met behulp van gegevens uit opiniepeilingen onderzoek ik in hoeverre mensen in de Verenigde Staten en elders de beginselen van deze ideologie accepteren of afwijzen. Het consumptief-industrieel complex is ontstaan in de Verenigde Staten,maar vormt nu een wereldwijde macht.

In hoofdstuk 6 beschrijf ik hoe ondernemingen de regels voor internationale handel hebben vastgesteld en hoe zij organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie, het Noord-Amerikaanse Vrij-handelsverdrag en andere handelsorganisaties gebruiken om hun bedrijfsdoelen te bevorderen, vaak ten koste van de volksgezondheid.

Aan de hand van een aantal belangrijke actuele conflicten – conflicten over mondiale tabaksbeheersing, reclamenormen voor voedingsmiddelen voor kinderen en het moment waarop gezondheidsoverwegingen de bescherming van patenten moeten kunnen opheffen – werp ik een licht op de mondiale kwesties die pleitbezorgers van de volksgezondheid en de leiders uit het bedrijfsleven verdelen.

In de laatste twee hoofdstukken van Legaal maar fataal ga ik in op de vraag hoe we de exponentieel groeiende epidemieën van chronische aandoeningen en letsels kunnen keren. Wat hebben we geleerd van de talloze pogingen om de schadelijke praktijken van het bedrijfsleven tegen te gaan? Hoe ziet een politieke, wetenschappelijke en beleidsagenda eruit die ervoor moet zorgen dat alle mogelijkheden worden aangeboord om menselijk leed en de ongelijke verdeling van gezondheid te beëindigen?

Hoofdstuk 7 biedt een overzicht en analyse van een aantal strategieën die zijn ingezet om de schadelijke praktijken van het bedrijfsleven terug te dringen. Ik beschrijf er zes, één per industrie. Hierbij schets ik de strategieën die de organisaties en bewegingen hebben gebruikt, wat ze hebben bereikt, wat hun beperkingen zijn en de lessen die er geleerd zijn. Deze uiteenlopende organisaties en bewegingen hebben verschillende doelen en opereren in verschillende contexten,maar ze hebben met elkaar gemeen dat ze de volksgezondheid willen beschermen door met behulp van flexibele en creatieve strategieën de strijd aan te binden met ondernemingen die winst maken ten koste van de volksgezondheid.

Ik laat eerst zien welke belemmeringen er zijn om te komen tot één gezamenlijke beweging tegen de schadelijke praktijken van het bedrijfsleven, en dan doe ik enkele suggesties om toch te komen tot één hervormingsbeweging voor de verbetering van de volksgezondheid in de Verenigde Staten en elders in de wereld.

In hoofdstuk 8 schets ik hoe we het evenwicht tussen het bedrijfsleven en de overheid, ofwel tussen winst en volksgezondheid, kunnen herstellen. Ik doe enkele suggesties aan de hand om de huidige dominantie van het consumptief-industrieel complex tegen te gaan en onderzoek een aantal alternatieve manieren om welvaart en welzijn te bereiken.

Verder schets ik een aantal specifieke beleidsdoelen die bedoeld zijn om de verschillende tegenstanders van dat complex bij elkaar te brengen en het verzet tegen de schadelijke praktijken van het bedrijfsleven te versnellen. In het huidige politieke klimaat lijken deze voorstellen misschien idealistisch of zelfs naïef. Maar in een samenleving die volksgezondheid en democratie hoog in het vaandel heeft staan, zouden ze vanzelfsprekend zijn. Uit opiniepeilingen blijkt dat het merendeel van de Amerikanen deze voorstellen steunt en beleidsmaatregelen zou kiezen die deze doelen beogen.

Onlangs stelde een aantal wetenschappers dat als de huidige trend voor wat betreft obesitas en diabetes zal aanhouden, onze kinderen en kleinkinderen een kortere levensverwachting zullen hebben dan wij.Om te vermijden dat wij aan onze kinderen een wereld nalaten waarin de vooruitgang die er eerder op het gebied van volksgezondheid is geboekt, zal zijn teruggedraaid, hebben we nieuwe ideeën, nieuw beleid, nieuwe politieke wil en nieuwe actiemaatregelen nodig. Het omzetten van deze ideeën in praktisch handelen dat het evenwicht tussen de overheid en het bedrijfsleven kan herstellen, is vandaag de dag de belangrijkste prioriteit voor onze volksgezondheid.

* * *

Titel: ‘Legaal maar Fataal,hoe de grote industrieën onze gezondheid bedreigen’
Auteur: Nicholas Freudenberg
Vertaler: Sonja Matthews
Uitgever: Lemniscaat B.V., Uitgeverij
Vormgeving: paperback -ISBN: 9789047709480
(Voor verkoop kun je doorklikken HIER naar wanttoknow-bookshop.)

5 gedachten over “Legaal maar FATAAL..!

  1. Op zich een prima thema. Ook een boek met de beste intenties. Maar wat ik nog steeds niet goed benoemd zie en dat is misschien wel de meest prominente factor. De factor die maakt dat de symptomen wel oplost maar de oorzaak niet en daarbij het allergrootste probleem bevordert.
    En dat is dat de regulerende invloed van de staat meer macht moet worden toebedacht om zo de corporaties in te tomen. Dat is als muggen verjagen met muggen.
    De basis is natuurlijk de consument zelf die kennelijk te dom of te lui is om uit te zoeken wat werkelijk de essentie van het bestaan is. Zolang de mens zich louter ziet als consument en geen verantwoordelijkheid wil nemen voor het bestaan in totaliteit, zal het een bestuur kiezen en daarmee alle macht weggeven. Dan veranderd er niets……

  2. Gezondheid heeft met bewustzijn te maken, en niet met roken, drinken of eten, dat doet de mens al millennia. Men laat zich ziek maken door zieke geestelijke voeding (plat vermaak en halve waarheden) en vervuilde voeding toe zich te nemen. Het grootste gedeelte laat zich inenten en bestralen en zegt volmondig ‘de nieuwe wereld’ dat is de toekomst, niet wetend dat zij de ’toekomst’ kunnen bepalen, door dingen gewoon niet te kopen, te doen, niet in mee te gaan etc.
    Wie heeft allemaal en smartphone? Begin daar eens mee….eerlijk naar jezelf en consequent zijn.

  3. Alles met mate, ik kan genieten van een mooi glaasje ouwe genever, een mooi glaasje brandy, vind nog altijd de geur van tabak heerlijk heb tot mijn 60 igste gerookt, en een repas zonder een aperatief, en een glas wijn, vind ik geen maaltijd, veel van mijn grootouders dronken s’avonds een roemer nectar van zo’n 40%, en ze zijn allemaal goed oud geworden, ik denk dat de mensen momenteel onder te veel druk leven, zorgen voor het ongewisse, mens durf te leven, vriendelijke groet uit la douce France, niet het land van mijn anfanse, Jenne

  4. Nog even dit, wat volgens mij een groffe leugen is, roken pppfftt !!!, smog nou ja, mini stofdeeltjes, in grote steden is niet meer te leven, van wege vervuiling, maar daar heeft men het niet over, mannen krijgen een hartstilstand tijdens de sex, en hoeveel dan wel; één op de honderd voorvallen gebeurt tijdens sex, en die andere 99 voorvallen, ja daar hebben we het even niet over, Jenne

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.