Voor degenen onder ons die het klimaatdebat al lange tijd volgen, is het idee dat Michael Manns Hockey Stick-grafiek dood zou kunnen zijn, geen verrassing. Deze ‘Hockey Stick’ staat centraal in het klimaatdebat. Het verschijnen van de grafiek veegde in één briljante klap alle discussies over de fysica van klimaatverandering van tafel, veegde discussies over gevoeligheid en natuurlijke variabiliteit weg en vernietigde in de hoofden van het publiek elk ander idee dan dat klimaatverandering catastrofaal was en al op ons afkwam.
Zelfs klimaatmodellen werden ondergeschikt gemaakt aan de jaarring chronologie van de professor, dr. Michael E. Mann. Deze Hockey Stick is in feite echter dood, zéker nu een symbolische (maar belangrijke) laatste slag is toegebracht aan deze populistische en laakbare klimaatcommunicatie, niet door een van de miljoenen sceptici, maar door een Amerikaanse rechter, die oordeelde dat Michael Mann, na zo’n 25 jaar procederen (!!) OOK VERANTWOORDELIJK IS voor de JURIDISCHE KOSTEN van zijn processen tegen de klimaat-hockeystickgrafiek-ongelovigen..!
Het juridische vonnis:
‘De hockeystickgrafiek is dood!’..
2025 © WantToKnow.nl/be
*
En nu is er de zoveelste omvallende dominosteen van de KLIMAATHOAX.. De uitspraak van 22 mei 2025 van het Superior Court in Washington, D.C. tegen prof.dr. Michael Mann is de laatste in een reeks nederlagen voor het langdurige juridische offensief van deze klimaatwetenschapper tegen zijn critici. De rechter veroordeelde Mann tot het betalen van het lieve sommetje van bijna US$ 500.000 aan advocaatkosten en gerelateerde kosten aan het Competitive Enterprise Institute (CEI) en Rand Simberg, na hun succesvolle gedeeltelijke afwijzing van claims onder de Anti-SLAPP Act van het District.

Deze uitspraak komt slechts enkele maanden nadat Mann in een afzonderlijke uitspraak werd veroordeeld tot het betalen van $540.820,21 aan National Review. Samen verhogen de twee uitspraken de huidige aansprakelijkheid van Mann tot meer dan $1,1 miljoen..! Dat is een duizelingwekkend totaalbedrag voor een campagne, die meer dan tien jaar geleden begon met als doel afwijkende meningen het zwijgen op te leggen door middel van strategische procesvoering.
In Michael Mann’s rechtszaak, die in 2012 werd aangespannen, waren CEI, Simberg, National Review en Mark Steyn gedaagden, vanwege hun kritiek op zijn wetenschappelijke werk. Daarbij was het met name de zogenaamde ‘hockeystick’-grafiek – die Michael Mann beroemd had gemaakt in klimaatbeleidskringen- die verdedigt diende te worden in de ogen van prof. Mann. Vanaf het begin positioneerde de professor zijn aanklacht als een verdediging van de wetenschap tegen ideologische aanvallen.
De rechtbanken zien dat de afgelopen jaren steeds vaker anders, maar déze afwijzing is een soort guillotinevonnis voor de klimaatkerk….! In het vonnis verwerpt de rechtbank het argument van Mann, dat succes in hoger beroep niet kan worden beschouwd als een overwinning voor het terugvorderen van honoraria.
De rechter merkte op dat het succes van CEI en Simberg in hoger beroep niet alleen resulteerde in het afwijzen van twee claims – waaronder een aanklacht wegens emotionele schade – maar ook de praktische reikwijdte van de rechtszaak veranderde. CEI, bijvoorbeeld, vermeed ontdekking en rechtszaken over zijn eigen uitspraken en beperkte de overgebleven zaak tot vorderingen wegens aansprakelijkheid voor Simbergs blogpost.
Het vonnis weerspiegelt ook de scepsis van de rechter ten aanzien van Manns volhouden dat zijn processtrategie gerechtvaardigd was. De rechtbank oordeelde dat er geen ‘speciale omstandigheden’ waren waardoor de toekenning van een vergoeding onrechtvaardig zou zijn. De rechtbank vond de juridische kosten van CEI en Simberg redelijk, met slechts bescheiden aanpassingen.
Deze omvatten een verlaging van een kleine $4,5 MILJOEN! voor kosten boven de standaardtarieven van advocatenbureau Laffey Matrix en US$ 1.535 geschrapt voor niet-zaakgerelateerde activiteiten, zoals het beantwoorden van persvragen en deelname aan een evenement van het Cato Institute.
Daarnaast werd er ook een algemene verlaging van 20% toegepast om de gedeeltelijke aard van het anti-SLAPP succes weer te geven. De rechtbank kende daarbij ook nog eens US$ 35.951,60 toe voor ‘vergoedingen voor vergoedings-onkosten’, gemaakt tijdens het proces om de advocaatkosten terug te vorderen. Ook dat bedrag werd proportioneel verdisconteerd.
Deze uitspraak volgt op de eerdere beslissing van de rechtbank in januari om $540.820,21 aan vergoedingen toe te kennen aan National Review. Zoals beschreven in Minding the Campus, wees de rechtbank belangrijke delen van de claims van Mann af en vond dat National Review recht had op het terugvorderen van kosten onder dezelfde wet. Deze beslissing benadrukte ook de ineffectiviteit van de strategie van Mann en versterkte dat gedeeltelijke overwinningen in spraakgerelateerde rechtszaken nog steeds recht geven op vergoeding wanneer belangrijke claims worden afgewezen.
Het cumulatieve beeld wordt steeds duidelijker.
Manns rechtszaken, die aanvankelijk werden opgevat als een principieel standpunt tegen laster, lijken nu meer op een uitgebreide poging om het publieke debat over klimaatwetenschap in de kiem te smoren. De ironie is dat de rechtszaken exact het tegendeel hebben opgeleverd: geen rechtvaardiging van de eis, maar een groeiende financiële aansprakelijkheid, toenemende gerechtelijke kritiek en een versmalling van de juridische kwesties in zijn voordeel.
Voor CEI, Simberg, National Review en Mark Steyn, wiens juryuitspraak van US$ 1 miljoen onlangs werd teruggebracht tot slechts US$ 5.000, betekenen deze uitkomsten meer dan financieel herstel. Ze weerspiegelen in essentie een kentering in de strijd over wie de controle heeft over het wetenschappelijke debat op het publieke plein. Rechtbanken geven aan dat onenigheid, zelfs scherpe kritiek, geen laster (meer) is, en zeker niet strafbaar is, als het beschermd wordt door het Eerste Amendement.
En wat Mann betreft, blijft de kostenteller stijgen. Wat begon als een poging om zijn critici reputatieschade toe te brengen, heeft voor hemzelf geresulteerd in echte financiële kosten. En het rechtssysteem oordeelt, na jaren van afmatting, langzaam maar onmiskenbaar dat kritiek – vooral in zaken van openbaar beleid – geen misdaad is, maar een recht.